1949 - In het middelpunt van de publiciteit
Bruno Grönings werken in Herford
Duizenden zieken en hulpzoekenden belegeren Gröning
De negenjarige Dieter Hülsmann was reeds langere tijd bedlegerig. Hij leed aan progressieve spierdystrofie en geen van de bezochte artsen en professoren kon hem helpen. Nadat Bruno Gröning zich over de jongen had ontfermd, kon het kind weer lopen. Ingenieur Hülsmann - overweldigd door de plotselinge genezing van zijn zoon - vroeg de gast te blijven. Hij wilde nog andere zieken uitnodigen, die - aldus Hülsmann - de „wonderman“ moest helpen.
Bruno Gröning nam het aanbod aan, en elke dag kwamen er meer hulpzoekenden. Steeds meer mensen hoorden over het wonderbaarlijke gebeuren rond Gröning. Het duurde niet lang of zijn naam lag op ieders lippen. De kranten berichtten over de „wondergenezer“ en in de Britse zone werd hij tot het gesprek van de dag. Duizenden stroomden naar de Wilhelmsplatz, mensenmassa's belegerden het huis.
Manfred Lütgenhorst van het dagblad Münchener Merkur schreef op 24 juni 1949 o.a.: „Toen ik 's morgens om 10.30 uur in Herford aankwam, stonden er voor het kleine, twee verdiepingen tellende huis op de Wilhelmsplatz zo'n duizend mensen. Het was een onbeschrijfelijk beeld van ellende. Talloze verlamden in rolwagentjes, anderen die door hun familie gedragen werden, blinden, doofstommen, moeders met onnozel geworden en verlamde kinderen, oude omaatjes en jonge mannen verdrongen zich en kreunden. Bijna honderd auto's, vrachtwagens en omnibussen stonden op het plein geparkeerd, en allen kwamen ze van verre.“
Verlammingen, maagzweren, blindheid: „de heer Gröening keek me aan en nu ben ik weer volledig gezond.”
Manfred Lütgenhorst gaat verder: „ ,Gelooft u dat u zult genezen?‘ vroeg ik aan de zieken. Ze knikten. ,Gisteren had u hier moeten zijn,‘ antwoordde iemand, ,Meneer Gröning was in Viersen in het Rijnland, en hier op de binnenplaats stonden vijf verlamden op en gingen gezond naar huis. Genezing op afstand - de binnenplaats heeft hen gezond gemaakt.‘ De andere zieken bevestigden het.
Ik ging verder door de menigte en stenografeerde hun wonderbaarlijke vertellingen mee. Deze alleen al waren genoeg om er een boek mee te vullen. Toen ik een sigaret opstak, zei een jonge man naast mij: ‚Alstublieft, verkoopt u mij er eentje!‘ Hij droeg een uniformjas en zag eruit als iemand die uit Rusland was teruggekeerd. Ik gaf hem de sigaret. Hij stak hem op en zei overmoedig: ‚Ziet u, alles kan ik nu weer alleen.‘ Daarbij bewoog hij zijn rechterarm samen met de vingers en zijn rechterbeen. ‚Bent u ook door Gröning genezen?‘ vroeg ik. ‚Ja, ik raakte in Rusland aan de rechterkant verlamd. Meneer Gröning keek mij aan, en nu ben ik weer helemaal gezond, ik kan het nog altijd niet begrijpen.‘ Gelukkig zwaaide hij met zijn ledematen.
Ik ging op een groep af, die zich rond een blonde, ongeveer veertigjarige vrouw schaarde. ‚Natuurlijk,‘ hoorde ik de vrouw zeggen, ‚ben ik ook door meneer Gröning genezen. Ik had enorme maagzweren, ik werd steeds magerder en kon van de pijn niet meer slapen. Met twaalf personen waren we bij Gröning.[...] Mij keek hij aan, en toen was het bij mij alsof de zweren als een steen op de aarde vielen. Sindsdien heb ik geen pijn meer, word ik steeds dikker, en de röntgenfoto's die ik liet maken, toonden overtuigend het verdwijnen van de zweren aan. Ik heb me beschikbaar gesteld voor de medische toetsingscommissie. Ik kan u zeggen dat ze verbaasd stonden!‘
De vrouw gaat verder: ‚Maar dat is nog helemaal niets. Verleden week stond een blinde man hier op de binnenplaats. Hij wachtte gedurende meerdere dagen en nachten. Omdat ik vaker hier kom, viel hij me op. Ik had met hem te doen, en ik nodigde hem uit om te komen eten en: ‚Nee,‘ wees hij af, ‚ik mag het moment niet missen, als meneer Gröning naar buiten komt.‘ Toen bracht ik hem broodjes en zei hem dat ik ervoor zou zorgen dat hij naar het station gebracht zou worden. ‚Ik heb niemand nodig, want ik zal alleen naar het station kunnen gaan.‘ En toen beleefde ik het met mijn eigen ogen. Meneer Gröning kwam, en de jonge man schreeuwde het uit: ‚Ik kan weer zien!‘ Inderdaad, de sluier was van zijn ogen geweken. Hij beschreef mij wat ik voor een tas in mijn hand had. Hij zei: ‚Daar rijdt een auto, en daar zit het nummerbord.‘ En hij vond alleen de weg naar het station. Alle omstanders hebben van vreugde gehuild.‘“
Geneesverbod van de kant van instanties en artsen
Het duurde niet lang of ook de instanties - in de eerste plaats de gezondheidsinstanties - bemoeiden zich met de zaak. Een toetsingscommissie werd gevormd, en Bruno Gröning kreeg een geneesverbod. Enkele invloedrijke artsen waren zijn uitgesproken vijanden. Zij zetten alles op alles om zijn werken te verhinderen, en eisten dat hij zich moest onderwerpen aan een wetenschappelijke test betreffende zijn vermogen tot genezen. Welke gezindheid echter achter het verbod stak, werd duidelijk uit de volgende uitspraken van toonaangevende, hierbij betrokken medici: „Gröning kan bewijzen wat hij wil, men zal hem de vergunning om te genezen toch niet geven.“ „Het druist tegen de beroepseer van de artsen in zich met Gröning in te laten.“ Eind juni moest hij Herford definitief verlaten. Alle inspanning om een geneesvergunning te verkrijgen, waren op niets uitgelopen.