Gedachten zijn krachten
Een positieve gedachte bouwt op, een negatieve gedachte breekt af
Bruno Gröning spoorde zijn toehoorders dikwijls aan hun eigen gedachten te controleren en alleen maar de goede op te nemen. God en satan zijn niet alleen maar krachtbronnen, maar ook gedachtebronnen. Zij zenden onophoudelijk gedachten uit; God goede, satan slechte. De mens kan - aldus Bruno Gröning - niet zelf gedachten produceren, maar bezit alleen maar het vermogen om deze op te nemen.
„Het is zo belangrijk, wat voor gedachten de mens opneemt, want gedachten zijn krachten. Wil de mens goed, dan helpt God hem, wil hij kwaad, dan helpt satan hem.“
De mens is niet willoos overgeleverd aan alles wat hem in de zin komt. Hij beslist zelf welke gedachten hij toelaat en welke niet. De keuze moet hij echter gewetensvol maken, niet oppervlakkig. Achter elke gedachte staat een kracht: een positieve gedachte bouwt op, een negatieve gedachte breekt af; een blij bericht geeft vleugels, een treurig bericht ontmoedigt. Gedachten zijn geestelijke krachten. Deze dragen een macht in zich, waarvan de huidige mens nauwelijks nog een vermoeden heeft. Een aan de liefde ontsproten gedachte kan een mens ertoe brengen zijn leven voor een ander te geven. Een aan haat ontsprongen gedachte echter kan hem ertoe drijven een ander te doden. „Hoed u zich voor elke kwade gedachte!“
„Alles wat u in u opneemt, moet u weer afgeven“
„Daarvan zou u zich tot nu toe reeds bewust moeten zijn - wanneer u toch slechts een enkele kwade gedachte opneemt, hebt u toch steeds weer vastgesteld, dat meerdere kwade gedachten bij u binnengedrongen zijn en u daarna ook kwade woorden hebt gesproken. Dus, alles wat u in u opneemt, moet u ook weer afgeven.“
„Slechts één kwade gedachte opgenomen, dan wordt u tot dienaar van het kwade, wordt u werkelijk tot dienaar van de satan! Laat u dat gezegd zijn!“
De mens handelt naar zijn wil
Wat kan een mens echter tegen depressieve gedachten, twijfel-, angst- en dwanggedachten doen, hoe moet de mens zich daartegen verweren? Ze duiken plotseling uit het niets op, stormen op hem af en willen zijn gemoed grijpen. Wat moet hij doen?
Satan wil de mens met negatieve gedachten - van welke aard en nuance dan ook - in verwarring brengen, hem van de goddelijke weg afbrengen. Hij wil dat de mens bang wordt, zich ergert, aan het goede twijfelt en de geboden van God overtreedt. Om dat te bereiken, maakt hij hem wijs, dat de mens een speelbal is van ongoede gedachten en gevoelens en hieraan machteloos overgeleverd is. Maar dat is leugen en bedrog.
God heeft de mens zo geschapen, dat hij zelf over zijn denken, spreken en handelen kan beslissen. Komt er een ongoede gedachte voor zijn innerlijk oog op, dan kan hij hem rustig, maar beslist afwijzen. Als hij daarbij standvastig blijft, moet het kwade wijken en kan geen macht over hem uitoefenen. Met zijn vrije wil beslist de mens zelf over zijn lot. „De mens handelt naar zijn wil. Zo de wil is, zo is de gedachte. De gedachte beweegt de mens tot de daad.“
Allereerst moet de wil tot gezondheid aanwezig zijn
Met een eenvoudig voorbeeld liet Bruno Gröning zien welke grote betekenis de gedachten toekomt. Bij de bouw van een huis is de eerste aanzet de wil, respectievelijk de wens om een huis te bouwen. Aansluitend wordt de gedachte steeds meer werkelijkheid, tot een nauwkeurig plan wordt opgesteld. Tot dat tijdstip bestaat het bouwwerk alleen maar in de fantasie van de toekomstige huiseigenaar. De eigenlijke bouw van het huis is pas de laatste stap op een lange weg, waaraan talloze overwegingen en voorbereidingen voorafgaan.
Precies zo is het met de genezing. Eerst moet de wil voor de gezondheid aanwezig zijn, vervolgens moet een in gedachten afstand nemen van de ziekte plaatsgevonden hebben, en het geloof in de gezondheid worden opgenomen. Pas de laatste stap is de aan het lichaam beginnende genezing. Deze is zeer zeker geen werk van de mens, maar een handeling van genade van God. De mens kan deze niet verdienen, maar verkrijgen.